Vezels
De tegenhanger van de geraffineerde suiker zijn vezels. Ze worden ook wel ballaststoffen genoemd omdat spijsverteringsenzymen ze niet of slechts beperkt kunnen afbreken. Onder invloed van de darmflora vindt in de dikke darm omzetting plaats van de suikers in gassen (waterstof, waterstofsulfide en methaan) en gunstige organische zuren (azijnzuur, propionzuur en boterzuur).
Door productie van kortketen vetzuren zoals boterzuur ontstaat in de darmen een lagere pH-waarde, hetgeen gunstig is voor de groei van goede bacteriën. Tevens verloopt de absorptie van magnesium, zink, calcium, ijzer en koper beter bij een lage zuurgraad, net als de aanmaak van vitaminen.
We kunnen een gezonde darmflora dus stimuleren door een juiste vezelverhouding in de voeding. Vooral de darmbacteriën bifidobacteriën en de lactobacillen worden positief geactiveerd.
Ter preventie van welvaartziekten is minimaal 45 gram vezels nodig. Op het moment dat er al sprake is van een darmflora die uit balans is, zijn nog meer vezels nodig. Onze voorouders in het paleolitisch tijdperk hadden een dagelijkse vezelconsumptie van meer dan 100 gram! Om tot een grote hoeveelheid vezels te komen, die ontzurend en tegelijk ontstekingsremmend werken, is volgens de orthomoleculaire voedingsleer maximaal 1 portie fruit en ruim 800 gram groenten per dag noodzakelijk.
Alleen plantaardige voeding bevat vezels. Er zijn oplosbare vezels en niet-oplosbare vezels. Oplosbare vezels, zoals pectine en inuline (ook wel FOS genoemd) houden vocht vast. Dit zorgt voor een vertraagde maagontlediging, de glucose-absorptie verloopt langzamer, de galzure zouten en vrije vetzuren worden gebonden. Oplosbare vezels overheersen in fruit, groenten, peulvruchten en granen zoals haver (65% oplosbare vezels) en zilvervliesrijst.
Onoplosbare vezels, zoals cellulose, houden vooral in de dikke darm veel vocht vast. Ze werken ook laxerend doordat er een vergroting van het volume optreedt. Deze vorm van vezels komt vooral voor in rijst, haver, haverzemelen, noten, in de schil van vruchten en aardappelen, verse bonen en sommige groenten.